Wel of geen wind
Twee dagen geleden meldde ik dat we de wind aan het zoeken waren. Een halve dag later, donderdagmiddag, hadden wij niet zozeer de wind gevonden, maar de wind had ons gevonden. Een uitgestrekt regengebied met wat onweer haalde ons in. Blij dat we eens lekker konden douchen zeepten we ons in in de kuip en spoelden ons zoute lijf. Dit genoegen werd ruw onderbroken toen de wind aantrok en we snel twee reven moesten zetten. Dat was nog niet genoeg en op basis van mijn ervaring met squalls stuurde ik met de wind mee om de kracht uit de zeilen te halen en de boot wat rechterop te houden. De wind trok nog verder aan tot aanhoudend 36 knopen, wat niet leuk meer was. Het derde rif was voor het eerst hard nodig. Vijf uur lang bleef de wind rond of boven de 30 knopen (Bf 7-8) en de regen plensde alsmaar neer. Tot nu toe had ik regen in mijn zwembroek aangekund, maar voor het eerst sinds Europa moest het zeilpak weer uit de kast om niet onderkoeld te raken. Het was een middag afzien en te
gen de
avond was ons energieniveau fors gedaald. Een échte storm moet doodvermoeiend zijn.
’s Avonds kalmeerde de wind maar de zee bleef ruw. De boot maakte keiharde klappen op de golven, maar we waren moe genoeg om te slapen.
Het contrast met de volgende dag kon niet groter zijn. We werden alsnog ingehaald door de windstilte en konden amper voortgang maken. De windgolven verdwenen tot alleen de oceaandeining van een meter of twee overbleef. Prachtig om te zien, maar bijna onmogelijk om in te zeilen omdat de klapperende zeilen de wind geen profiel bieden om langs te stromen.
Inmiddels is ook de oceaandeining ingezakt en kunnen we weer zeilen met weinig wind. Als die er tenminste is in deze windstilte. Sinds een uurtje draait de motor zachtjes met 1600 toeren. We moeten zuinig zijn met de brandstof want het is nog veel te ver om te blijven motoren. Nu hebben we als excuus om de accu bij te laden, maar over nog een uur geldt dat excuus niet meer en dan zal het wel een “stranddag” worden met rondjes zwemmen rond de boot.
Genoten hebben we gisteren van het bezoek van een stelletje dolfijnen. De sensatie van de dag was echter een bijzondere visvangst. We werden al een poos vergezeld door fel blauw gekleurde vissen van een centimeter of 80 lang met gele borstvinnen en staartvin. Sommige waren echter groenig met blauwe borstvinnen en staartvin. Hun rugvin steekt zich uit over bijna de hele rug en is vooraan extra hoog. Hun lichaamsvorm smal en langgerekt met de grootste hoogte dichtbij de kop. Als iemand weet wat dat voor vissen zijn wil ik vragen om de naam in een reactie op dit bericht te posten. Enfin, plotseling had ik zo’n joekel aan de haak en het lukte om hem naar de boot te loodsen. Hij was echter duidelijk te zwaar om aan de lijn binnen te halen. Een schepnet bood uitkomst. Maar toen het beest daar in zat werd hij helemaal wild en wist zich alsnog te bevrijden en de vislijn kapot te rukken…. Alle drie vonden we trouwens vervelend om zo’n mooi beest aan de haak te hebben. Discriminatie
op
schoonheid is kennelijk in de mens ingebakken, alsof het voor een minder mooie vis niet net zo vervelend is om aan de haak te hangen…
Positie: 21°08 N, 59°25 W; afstand tot Horta 1898 mijl; voortgang in de laatste 24 uur: slechts 30 mijl…
Misschien waren het mahi mahi’s?
Goeie tocht nog. Groeten van Jouke en Pleuni (Island Lady) uit de Marigot Bay