Overal mensen, zoveel mensen
[ Onderstaande tekst dateert van zaterdag 8 oktober. We zijn hier in Afrika, dus internet is onbetrouwbaar. Na veel strubbelingen heb ik besloten de tekst vooralsnog zonder plaatjes te publiceren. Die houden jullie tegoed. Inmiddels zijn we in Gambia en liggen voor anker tussen de mangrove bij Lamin Lodge ]
Afhankelijk van wie je het vraagt telt Dakar 6 of 8 miljoen inwoners. Daarbij wordt dan opgemerkt dat daar 10% allochtonen bij zitten uit Mali, Niger en andere landen. Die concurreren om de schaarse banen, maar of dat betekent dat er een voedingsbodem ligt voor een zusterpartij van de PVV is me niet duidelijk. In elk geval is het hier onbegonnen werk om alle moslims het land uit te werken, want dan ben je 90% van de bevolking kwijt. Die moslims zijn echter allesbehalve fanatiek. Hoofddoekjes zijn hier zeldzaam en de straten zijn vol vrouwen die trots hun vormen laten zien. En terecht, want gemiddeld heeft een Senegalees een slanker lijf, beter postuur, betere houding en kleuriger kleding dan een westerling; en in lengte zijn ze ongeveer gelijk aan de Nederlanders.
Hoe dan ook, het zijn erg veel mensen en ze zijn overal en vooral op straat. Elke hoek die je omslaat, al is het in de kleinste steegjes, overal mensen en meestal veel mensen. En dat maakt het nou juist zo leuk hier. Je kijkt je ogen uit naar hoe de mensen er uitzien en waar ze mee bezig zijn. Jammer alleen dat al die mensen zoveel vervuiling opleveren, maar daar heb ik het de vorige keer al over gehad.
Ik ga jullie niet alles vertellen wat ik hier heb meegemaakt, want de levendigheid van mijn indrukken kan ik toch niet op schrift krijgen.
Vanochtend heb ik de nabijgelegen visserswijk Hann Pecheur doorkruist. Dat is beslist een hoogtepunt. Het strand is dat niet, want dat is ongelofelijk vies, hoewel ik tot mijn genoegen zag dat er wel vuilnis verwijderd wordt. Daarvoor heb je hier wel meer dan één Caterpillar nodig. Maar de straatjes zijn, hoewel onverhard en stoffig, best schoon. In deze wijk kun je alle straatjes aflopen zonder één blanke tegen te komen en dat maakt dat het niet alleen voor mij leuk is, maar ook voor de talrijke kindertjes hier die en masse “bonjour” roepen en me een handje willen geven. Liefst zou ik elke 10 meter een foto maken, maar dat durf ik niet uit vrees mensen voor het hoofd te stoten of -helemaal terecht- voor westerse voyeur uitgemaakt te worden. Ik maak dus foto’s op enige afstand, of van een object dat geen bezwaar zal maken, zoals een paard en wagen. Daarmee doende werd ik aangeroepen door een groepje vrouwen dat de was deed en zij zeiden dat ik juist hén moest fotograferen. Dat liet ik me natuurlijk geen twee keer zeggen en het leidde tot grote wederzijdse vrolijkheid. Ook kinderen zijn trots als ze op de foto mogen; misschien mag ik wat minder voorzichtig worden.
Heb ik al verteld dat het hier best warm is? De zon is al anderhalf uur onder terwijl ik dit typ en het is in de kajuit nog 31 graden. Mij hoor je niet klagen hoor, want ik las dat in Nederland de eerste nachtvorst al verwacht wordt. Dat is een mooi bruggetje naar het volgende.
Gisteren was een dag van contrasten. Gerard en ik hebben met een taxi het Lac Rose bezocht, een meer achter de duinen dat via de grond aanvoer krijgt van zeewater dat vervolgens verdampt. Het meer is daardoor een verzadigde zoutoplossing net als de Dode Zee, met anderhalve meter zout op de bodem met daarboven anderhalve meter water. Het zout wordt door gastarbeiders, die tot hun schouders in het bremzoute water staan, van de bodem losgebikt en in schuitjes naar de kant gebracht om in Europa de wegen in de komende winter ijsvrij te houden. Denk daar nog eens aan als het vriest.
Dit natuurfenomeen is onder ander zo bijzonder omdat het water door de inwaai van ijzerstof uit de duinen een rode kleur heeft. Heel apart. Dit meer stelden wij ons voor een in prachtig natuurlijke duinomgeving, maar daar komt de deceptie: het meer is omgeven door hotels met krakkemikkige westerlingen die hier hun stijve botten komen verwarmen. Dat is nog tot daar aan toe. Erger is dat geldklopperij hier tot een kunst is verheven. Je voelt je hier binnen de kortste keren gereduceerd tot een wandelende portemonnee. Dat leidt tot uitwassen, want mij werd verzekerd dat het absoluut onverantwoord is om een wandeling door de duinen te maken, zoals ik van plan was, omdat zich daar struikrovers op zouden houden.
Eergisteren met de bus naar het centrum. Nou ja, centrum, het eindpunt was een marktplaats voor gebruikte auto-onderdelen, een autosloperij dus eigenlijk. Ook dit levert weer een fascinerend gezicht op en over de bodemverontreiniging moet je verder maar niet nadenken.
Wat is me verder van het centrum bijgebleven? Vooral dat de trottoirs helemaal vol staan met auto’s, zodat je als voetganger gedwongen wordt over de rijbaan te lopen. En de marktwijk met een overmaat aan winkeltjes en stalletjes met van-alles-en-nog-wat. Pas hier op om belangstelling voor iets te tonen, want dat werkt als vliegen op stroop en dan sla je de hardnekkige verkopers niet zomaar van je af. Ik begrijp het ook wel, het toeristenseizoen begint pas in januari en nu zijn wij schaarse prooi. Ik maak mij er mee vanaf dat ik niet meer nodig heb dan twee maaltijden per dag en goede slaap ’s nachts, en dan moeten ze lachen. Maar dan nog ben ik ze niet kwijt.
O, o, wat waren dit veel indrukken de afgelopen 5 dagen. Ondertussen is het nieuwe er een beetje vanaf en de drukte en viezigheid blijft, dus het is tijd om te verkassen. Morgen, zondag 8 oktober, vertrekken we naar Gambia, allereerst naar ankerplaats Lamin Lodge, waar we bij het zeiljacht Pfoumf een dikke stapel post gaan afleveren die hier bij de jachtclub stof ligt te verzamelen.
Dag Marti,
Het blijft een genoegen om je reisverhalen te lezen. Ik word er behoorlijk in meegezogen en tevens krijg ik indrukken van hoe het dagelijkse leven in Dakar, Gambia of waar dan ook in elkaar steekt. Het is uiteraard een impressie en geen analyse, maar het blijft zeer informatief.
Het mooie hiervan voor jou en je reisgenoten zijn de ervaringen die heel lang in jullie gedachtes bewaard zullen blijven.
Hartelijke groeten, Wim