Middenop de oceaan
Als ik met een schuin oog naar de plotter kijk dan zitten we zo’n beetje middenop de oceaan. Weliswaar hebben we de Kaapverdische eilanden ‘pas’ 600 mijl achter ons gelaten en hebben we nog 1300 mijl te gaan tot Suriname, maar het vasteland van Afrika ligt al een stuk verder achter ons.
Nu komen spontaan de bespiegelingen hoe het is om middenop de oceaan te zijn. Dit heb ik immers nooit eerder meegemaakt. Het besef van tijd verdwijnt. Om te weten hoeveel dagen we onderweg zijn moet ik de klok raadplegen, die behalve de tijd gelukkig ook de dag van de week weergeeft. Het is dinsdag. Donderdag zijn we vertrokken, dus we zijn pas (of al) 5 dagen onderweg. Hoeveel dagen we nog moeten, danwel mogen, weet ik ook niet want de wind is onbestendig. Het maakt ook niet veel uit want de sfeer is goed aan boord en we zijn goed uitgerust; we zien wel. We rekenen er wel op met Sinterklaas in Paramaribo te zijn, met hopelijk echte Zwarte Pieten.
We hebben beslist niet het typische passaat-weer gehad waar ik op hoopte. Veel bewolking, veel en langdurig regen, wind uit wisselende richtingen, maar overwegend zuidoost in plaats van noordoost. Soms een dikke windkracht 6, soms windkracht 1 of 2. Lichte wind is geen pretje. Op vlak water kun je daar nog op zeilen, maar op een eeuwig deinende oceaan bereik je alleen maar een zenuwtergend geklapper van de zeilen. Het geklapper komt omdat de mast heen en weer zwiept. Beneden is de beweging veel minder zodat je het geklapper kunt beperken door het zeil naar beneden te brengen met één of meer reven. Ik had niet gedacht dat ik mijn derde rif voor het eerst zou gebruiken bij windstilte….
Onze dagafstanden zijn niet spectaculair: 99, 127, 147, 127 en 112 mijl. Volgens de GRIB-files (windkaarten) die ik met de satelliettelefoon ophaal zitten we nu in een windstilte die twee dagen duurt. Stiekem zeilen we toch al urenlang 4 knopen bij 9 knopen wind op 90 graden; een cadeautje. De zon is ook weer gaan schijnen en die beide zaken zijn goed voor het moreel. Dan kunnen we lekker buiten zitten. De playlist met nautisch geïnspireerde muziek, die ik van mijn collega’s heb gekregen draait op de achtergrond. Lekker.
We lezen heel veel, we vissen wat. Ho, stop, er zit een vis aan de haak. Ik kom zo terug.
Loos alarm, maar met het gedoe verloren we de helft van de vismolen. Gelukkig bleef die aan de lijn hangen en konden we hem weer binnen trekken. Niet met alle onderdelen, bleek weldra. Een uurtje improviseren en de molen werkt weer min of meer, maar nu zit de draad in de knoop. Kijk met dat soort dingen vliegen de dagen om en glijden de mijltjes onder de kiel door.
Ondertussen blijft Mike stoïcijns een filmpje editen. Als we in Suriname zijn valt er wat te kijken!
We vervelen ons dus allerminst. Of beter: je wordt hier zo lui van dat je aan vervelen niet toekomt. Spelletjes heb ik al wel even te voorschijn gehaald, maar we zijn er nog niet aan begonnen. Dat kan later ook wel.
We hebben ’s nachts wachten van 4 uur en omdat we met zijn drieën zijn heeft ieder één wacht. Tijdens de wacht dutten we een klein half uur om daarna 5 minuten aandacht aan de zeilstand en de omgeving te geven en dan weer in te dutten. Soms is er meer te doen, maar over het algemeen komen we zo met gemak aan een uur of 8 slaap, zodat we goed uitgerust zijn.
De afgelopen 600 mijl hebben we één schip op de AIS gezien op een mijl of 20 afstand. Uitkijk houden is iets wat je hier gaandeweg verleert. Tonnen liggen er ook niet in de weg…
De zee is eindeloos en leeg. Ik verbaas me dat we zo ver van land toch nog zo nu een dan een stormvogel zien. Dolfijnen hebben we dagen geleden voor het laatst gezien. Wel zien we regelmatig vliegende vissen die verbazend grote afstanden door de lucht kunnen afleggen.
Tevoren maakte ik mij het meest zorgen over de beperkte hoeveelheid water die we mee kunnen nemen: 300 liter voor drie weken, dus 15 liter per dag voor drie personen. In de praktijk blijken we desnoods met de helft toe te kunnen. De afwas doen we met zout water en douchen doen we buiten in de regen.
We naderen het einde van de versspullen uit de Kaapverdische eilanden. De rest van het brood hebben we vanwege schimmel al overboord gezet en de wortelen waren tot snot vergaan. We schakelen over op de houdbare spullen en dat kunnen we een poos volhouden.
Zo kabbelen de dagen voort. Er zijn genoeg mensen die het saai zouden vinden. Wij niet.
Leuke verhalen Marti en goed te horen dat jullie nog geen tijd hebben om je te vervelen. Veel mooie momenten verder gewenst en groet vanuit Ketelhaven! Dick en Desirée
Hoi Marti, wat spannend allemaal. Op afstand volg ik je trouw en benijd je om je reis!
Ik zal niet “op bezoek komen”, weet ik nu. Ik ben nu bezig met de voorbereidingen voor het TKN examen, en het plan is ook om in de lente een week (of twee?) zeezeilcursus te volgen vanuit Scheveningen of Marken. Om een wat steviger basis te hebben voor het zeezeilen. Ik hoop dat je een voorspoedige tocht hebt. Hartelijke groet Felix