Inspiratie
Inspiratie heb je niet alleen nodig om zo nu en dan een blog te schrijven, maar ook om uit een lange reis te halen wat er in zit, vooral als je op jezelf bent aangewezen. In Nederland had ik weer twee weken in het aangename gezelschap van mijn geliefde mogen verkeren, maar eenmaal terug op de Azoren ging ik vier weken solo tegemoet. Ditmaal ontbrak mij het enthousiasme of de adrenaline om daar het optimale uit te halen. Misschien komt dat ook omdat de Azoren een atlantisch Europees karakter hebben, waarvan ik uit tal van landen al overeenkomsten kende. De tropen inspireren mij meer vanwege het onbekende en (dat is een tic van mij) ook vanwege de temperatuur. Het komt ook een beetje omdat ik op een klein budget leef. Huren van een auto om de verdere omgeving te verkennen doe ik pas als Heleen hier is en het openbaar vervoer is erg beperkt. Ik kwam dus niet makkelijk uit Angra do Heroismo op Terceira weg, behalve te voet.
Zo kwam het dat de ene dag ongemerkt over ging in de andere dag. In gedachten was ik vaak bij de activiteiten die op me wachten bij mijn terugkeer in Nederland. Niet uit heimwee, maar omdat er nieuwe ontwikkelingen zijn waar ik me enthousiast voor voel. Ondertussen vermaakte ik me best hoor. Ik was uit de haven weggegaan om voor anker te gaan liggen in de baai. Ik slenterde door het gezellige stadje, ik maakte urenlange wandelingen door de straten en door de heuvels buiten de stad, ik las veel. Het was feestweek in het stadje, waarvan de meeste activiteiten mij niet méér konden bekoren dan wanneer het een Nederlandse feestweek uit de 60-er jaren zou zijn. Behalve dan het stierenpesten, dat verdient wel speciale vermelding. Een stier aan een tientallen meters lang touw wordt opgehitst door jongelui, die zich zo dichtbij mogelijk wagen. Het is al stoer om er vlak langs te rennen, met risico dat de stier achter je aan komt. Maar een enkeling presteert het om met de stier pirouettes te draaien, zich in evenwicht houdend met een hand op de kop van de stier. Het speelde op het haventerrein en ik kon het van vlakbij, maar toch op veilige afstand, bekijken van uit mijn bijbootje. Even leek dat fout te gaan toen de stier een groep jongelui in het water te lijf wilde, maar toen het te diep bleek schrok hij daar toch voor terug.
Voor ik het in de gaten had was er zo meer dan een week voorbij. Gedachtig dat verandering van spijs doet eten, vond ik dat het tijd werd om weer eens een andere plek op te zoeken. Trouwens, over eten gesproken, dat heb ik nog niet verteld, dat is voor iemand op een klein budget hier een groot genoegen. Tussen de middag heb je hier in de meeste restaurants een “prato do dia”, oftewel een maaltijd van de dag, inclusief een drankje (bier, wijn of fris) en koffie toe voor ongeveer 6 euro. Koken doe ik dus niet. Meestal breng ik de ochtend op de boot door met lezen of klusjes. Tussen de middag eet ik dan op de wal en ga aansluitend op pad tot het eind van de middag.
Hoog tijd om te vertrekken dus. De wind stond zondag goed om naar Velas op São Jorge te varen, 50 mijl. Ik was daar onderweg van Faial naar Terceira één nacht geweest en had mezelf beloofd om terug te keren. Solo zeilen is hier relatief erg gemakkelijk. De wind is meestal (erg) rustig en van acceleratiezones zoals op de Canarische eilanden valt weinig te bespeuren. Wel wordt de wind wispelturig als je achter een eiland komt en dan moet regelmatig, zoals Peter van de Elisabeth dat noemt, de Japanner die een eigen kamertje aan boord heeft aan het werk. Onderweg heb ik hoopvol gespeurd naar walvissen, maar al wat ik zag waren dolfijnen en die in ruime mate.
In de voorhaven van São Jorge kon ik met zorgvuldig inparkeren nog een ankerplekje tussen twee andere boten innemen, op krappe afstand van een kanjer van een rots onder water. Zo heb ik twee nachten geslapen, maar het zat me toch niet lekker, temeer dat het hier geen zandbodem is, maar een bodem met allemaal keien. De ankerketting rammelt dan onheilspellend als de boot van positie verandert op een windshift. Nu is er meer ruimte gekomen en heb ik een betere plek ingenomen.
Het bevalt me hier in Velas. De hele nacht kun je hier de Cory’s Peilstormvogels horen die overdag op zee zitten, maar ’s nachts hun kolonie op de rotswand bezoeken. Dat bevalt me beter dan de muziek van de feestweek in Angra. Velas is meer een dorp dan een stadje, met een gezellig dorpsplein. Vlak naast het dorp verrijst een heuvel met daarin een ingestorte krater – een prachtig natuurgebied met spectaculaire kliffen. Bij helder weer kun je op het naburige eiland Pico de gelijknamige vulkaan zien, die de hoogste berg van Portugal is. Dat doet me denken aan mijn favoriete eiland La Gomera, waar je bij helder weer uitzicht hebt op de Teide op Tenerife, de hoogste berg van Spanje.
Goed dat ik een andere plek heb opgezocht. Hier is voor de komende dagen weer genoeg te verkennen.
Hallo Marti,
Ik volg je nog steeds op afstand.
Zo te lezen blijft het je allemaal aardig lukken.
Succes, blijf je volgen.