Het tij keren?
Tegen twaalven volgens plan losgemaakt van de mooring en koers gezet naar Guernsey. We varen onder zeil maar op de motor (drie keer raden: stroom nog net te veel tegen en recht tegen dát beetje wind dat er staat in) en zien “Les Étac” in de verte liggen: alweer zo’n mooi witte rotsformatie, die net als “The Needles” door tegenlicht moeilijk te fotograferen is. We denken dat we alweer met krijtrotsen te maken hebben. Marti pakt de verrekijker en slaakt een kreet van verbazing. Vervolgens krijg ik een raadsel op: “Wat denk je dat dat witte op die rotsen is?”. Ik doe een gooi: “Meeuwenstront….?” Antwoord: “Nee, vogels!” Jan van Genten (Gannets) dus. En wij maar denken dat Helgoland het monopolie op die beesten bezat. Hier zijn het er nog véél meer! Dat moeten we natuurlijk even van dichtbij bekijken.
En dan op naar Guernsey; af en toe zelfs een beetje zeilend. We besluiten in St. Peter Port aan de wachtsteiger te gaan liggen tot we kunnen tanken en dan maar weer een nacht door te zeilen of moet ik zeggen varen, want de Arcadia lijkt de laatste dagen te zijn vergeten dat zij een zeilboot is.
Het is 19.21 uur locale tijd – dat is op dat moment opnieuw BST – als de wind wat opsteekt en we eindelijk weer een stuk kunnen zeilen. Het is inmiddels, na een toch lekker zonnige dag, akelig koud geworden en er komt zelfs thermo-ondergoed aan te pas. Tijdens mijn wacht, ergens tussen 03.00 en 07.00 uur valt de wind weer weg en lopen we nog maar 1.5 knoop over de grond…. dit wordt me te gortig en ik besluit om, ervan uitgaand dat de schipper het daar wel mee eens zal zijn, het oliezeil maar weer te hijsen.
Marti heeft inmiddels een nieuw plan: we gaan niet naar Brest, maar naar l’Aber Wrac’h (vraag me niet hoe je dat uitspreekt). Daar komen we zeilend – ja, het is écht waar! – aan om ongeveer 17.00 uur locale, dit maal dus weer gewoon CET, tijd. En dan ben je dus opeens in Bretagne! We lopen naar de locale supermarkt voor een forse voorraad vers voer en strijken daarna neer op het terras van de dorpskroeg voor een pression pour messieur et un pastis pour madame!
Zondag 24 juli 2016
Volgens plan maken we om 09.00 uur los en vullen eerst de diesel aan. Alles is op alle fronten anders dan gisteren: het is een grauwe, grijze dag; we kunnen zeilen en ik voel me weer fit.
Eerlijk toegegeven: die nacht doorvaren, de kou én dat op de motor tegen wind, hoe weinig ook, en stroom inboksen, hebben mij behoorlijk gesloopt. Maar vandaag gaat alles prima, ondanks de kou waartegen we ons weer met veel truien en zelfs weer thermo-ondergoed én handschoenen wapenen. Terwijl ik aan roer zit, bedenk ik dat “het tij keren” eigenlijk een belachelijke uitdrukking is. Alsof je ook maar enige invloed op het tij zou kunnen hebben…
We varen een dertig mijl naar Camaret, een natuurlijke haven. Door het nevelige weer, de vele scheepswrakken en het kerkje in de haven heeft het iets mysterieus, iets Keltisch – niet zo gek in Bretagne – maar het dorp zelf is echt Frans. We slenteren wat rond, bewonderen een aantal fraaie tuinen met tropische (!) planten en palmen en doen ons in een van de vele restaurantjes te goed aan “moules au bleu”.
Morgen om 09.30 uur willen we vertrekken en beginnen aan de oversteek van de Golf van Biskaje. Hoe lang we daarover gaan doen, is de vraag: het lijkt met de wind niet mee te zitten. Zeer zwak en dat zo’n beetje in de rug! Aangezien het ernaar uitziet dat de wind donderdag helemaal op zal zijn, hopen we voor die tijd toch over te zijn. Voorlopig zijn we dus even “uit de lucht”. Vamos a La Coruña!