Een heus wrak!
Inmiddels ben ik, na een grotendeels doorwaakte laatste nacht in de Cariben en een op een minuut of 20 na doorwaakte vlucht van St. Maarten naar Amsterdam, weer thuis. Het is hier bitter koud en ik voel me alleen, onwennig en stuurloos. Dat heuse wrak zou dus met gemak op mij kunnen slaan. Toch is dat niet waarover het hier gaat.
Zondagmorgen om 08.40 lichten wij het anker en laten ons op de wind met de motor stationair naar de brug drijven. Die gaat op zondag om 09.00 uur open en om 17.30 uur. Maar ja, als je vlucht 5 minuten daarvoor gaat, is dat te laat. De brugopening van 09.00 uur dus. En zo geraken wij voor een laatste paar relaxte uurtjes in de lagune waar het avontuur twee weken en twee dagen eerder begon.
We kiezen een aardig ankerplekje uit en als we vastliggen, maken we ontbijt. We zitten net van onze müsli te smikkelen als we een dreun horen die doet vermoeden dat we – nee, een ezel stoot zich enz…. – tegen een ton varen of op een rots lopen. Maar we liggen toch echt vast. Ik opper nog dat er misschien een grote vis tegen de boot aan is gezwommen, waarop Marti stelt dat dat dan wel een verdomd grote walvis zou hebben moeten zijn (en het is daar maar 3 meter diep). Ontbijt maar even laten staan en Marti overboord. Wat blijkt, we liggen met de kiel tegen een heus wrak aan. En ja, als je het eenmaal weet, zie je dat wel liggen ook…. een roestig barrel ongeveer van het formaat Arcadia (voor de Cariben een klein bootje, maar toch). We moeten weg wezen dus, zoveel is duidelijk. Maar ja, we willen toch koste wat het kost voorkomen dat we met het roerblad tegen dat stuk roest aankomen, dus een en ander zal met moed, beleid en trouw worden uitgevoerd. Gelukkig giert de boot
op de
wind precies de goede kant op met haar kont, Marti licht als een razende Roeland het anker en ik start de motor en zo geraken we op ongeveer dezelfde plek als waar de Arcadia twee weken en twee dagen geleden ook lag toen ik aan boord kwam.
De dag had nog meer voor ons in petto: Om drie uur stappen we met bagage, in het bijbootje om naar de kant en het vliegveld te varen. Daar mag je de dinghy dan voor $ 10 aan een drijvend vlot leggen en kun je over een braakliggend veldje naar de weg lopen die je over moet steken om bij het vliegveld te komen. Koud kunstje dus. En daar sta je dan op de kant, met je bagage en blijkt de poort in het hek op slot, is het zondag en is er geen hond te bekennen, laat staan een mens met een sleutel. Iemand van een soort restaurant-boot roept nog dat hij ook geen sleutel van het hek heeft, waarop ik terug roep dat ik wel een plain to catch heb….! Deze man, ligt aan de goede kant van het hek en wij mogen de dinghy aan zijn boot vastmaken en zo komt alles dan toch nog goed. Hoewel ik het ook niet erg had gevonden als ik wegens overmacht mijn vlucht had gemist!