De laatste etappe :-(
Wat steeds zo ver weg leek, is dan toch daar: de laatste keer zeilen van deze vakantie. De tocht van La Gomera naar Tenerife bedraagt, San Sebastian – San Miguel, een kleine 30 mijl. De gribfiles voorspelden rustig weer: zo’n 14 knopen wind en tegen de tijd dat we Tenerife zouden naderen 0 knopen!
Het begon inderdaad erg rustig met slechts 3 knopen wind. Je wilt toch niet de hele overtocht op de motor hoeven varen. Nee, dat wil je niet en dat hoefde ook niet, want voor we het wisten, hadden we 30 knopen wind. Aangezien we op dat moment nog halve wind voeren, hebben we toch maar even een dubbel rif gezet. Dat was een stuk rustiger en gaf ons de gelegenheid om te genieten van dolfijnen die rond de boot zwommen. Deze keer waren ze duidelijk drukker bezig met vissen dan met ons, maar toch… het blijft leuk!
We besluiten er een drankje bij te pakken en we hebben de eerste slok nog niet doorgeslikt of de wind valt, naar het zich laat aanzien vrij definitef, weg. We spreken af dat Marti de reven eruit zal halen en dat ik in die tijd voor een hapje bij de drankjes zal zorgen. Ik heb de boel net klaar als Marti roept dat we even een ‘man over boord’ gaan doen. Ik ben verbaasd: we waren toch met z’n tweeën aan boord en voor zover ik het kan overzien, zijn we ook nog steeds allebei aan boord. Waarom in
’s hemelsnaam gaan we dan een MOB doen? Het antwoord is simpel: het bakje dat aan de stuurkolom geklemd zit en waarin het “calamiteiten-mes” ligt is door het geschommel, geklapper van de giek en het geweld van de grootschoot overboord gegaan…..het drijft prinsheerlijk op de golven van de prachtig blauwe oceaan.
We voeren een vrij perfecte manoeuvre uit en Marti vraagt of ik misschien op mijn buik in het gangboord liggend wil proberen het bakje te pakken. Ach ja, waarom niet… ik kan het allicht proberen. Herstel: Marti geeft mij het stuurwiel en hij gaat in het gangboord. Even lijkt het te lukken, hoewel we bijna echt een MOB moeten uitvoeren, maar hij kan er toch niet bij. Het bakje ligt nog steeds met de goede kant naar boven op de golven te dobberen en we hebben het idee, dat we het mes nog niet verloren zijn dus we wagen nog een aantal pogingen om het geheel te benaderen. Uiteindelijk besluit Marti zelf overboord te gaan; het bakje – het is maar materie ! – ligt inmiddels op zijn kop en het mes is waarschijnlijk onderweg naar 5 km diepte, maar goed…. Bakje gered; man weer aan boord en we hebben een leuk intermezzo gehad. Dan is het nu tijd voor de inwendige mens.
Varieerde de windkracht tussen 3 en 30 knopen, de windrichting was ook al niet erg constant. We begonnen halve wind; voeren vervolgens voor de wind om uiteindelijk aan de wind te eindigen en om ons doel te bereiken moeten we – dat is lang geleden! – kruisen. Het kan verkeren niet waar!
En dan – ik had de hoop al opgegeven – roept Marti: “een walvis!” Niet één walvis, nee een heleboel! Het zijn niet zulke grote en ze komen niet zo dichtbij en zijn niet zo actief en enthousiast als dolfijnen, maar toch: met eigen ogen aanschouwen wij walvissen: wat GAAF!
Niet gek zo’n op alle fronten afwisselende laatste etappe: alle soorten wind, verschillende koersen en alles wat je deze vakantie hoopte te zien aan in zee levende zoogdieren!