Vreemde observaties
Zaterdag, 26 november 2016. Positie 10°22N, 39°30W, halverwege, nog 965 mijl.
We gaan lang over deze overtocht doen. Onze snelheid is een knoop of drie, stroom mee en dat is al 50% méér dan onze snelheid de afgelopen nacht. We varen met uitgeboomde fok, maar gereefd grootzeil, anders worden we gek van het geklapper.
Je snapt het, het waait maar flauwtjes. Als je dan, varen in rustig water, een halve mijl vooruit woelig water ziet met schuimkoppen, denk je dat er wind aankomt. Hoera! Maar gek genoeg blijkt het daar helemaal niet harder te waaien. Dit roept herinneringen op aan het met rustig weer dwars oversteken van een zandbank voor de Engelse kust bij een meter of vijf waterdiepte. Dan kan het water ook zo woelig zijn door de stroming die wordt afgebogen. Maar hier is het 5 km diep. Zou er dan sprake zijn van een tegenstroom? Dat zouden we op het log moeten kunnen zien. Nee, ook dat niet. We snappen er niets van. Na een paar honderd meter zeilen we het woelige water weer uit en het is weer even rustig als voorheen. Dat zal zich nog vele malen herhalen, niet meer met van die echte schuimkoppen als de eerste keer maar wel met woelig, chaotisch klotsend water en enkele schuimkopjes. Het luidruchtige gekabbel tegen de romp geeft de suggestie van snelheid, maar we varen geen halve knoop sn
eller.
Soms is de zone zo’n 100m breed, soms een halve mijl. Als iemand weet waardoor dit verschijnsel wordt veroorzaakt, lees ik dat graag in een reactie op dit bericht.
Nu we het toch over rare observaties hebben, gisteren cirkelde er een zilverreiger rond de boot. Dat zijn vogels van de waterkant, maar de waterkant is hier bijna 1000 mijl uit de buurt. Dit kan dus helemaal niet. Als ik hallucineerde deed ik dat in commissie, want alle drie hallucineerden we hetzelfde.
Stormvogels, dat zijn de echte vogels van de oceaan. Ik onderscheid de grotere pijlstormvogels, die kunstenaars zijn in het zweven op de lucht die opgetild wordt door de golven, en kleine, donkere stormvogeltjes met een witte stuit en flauwe vleugelstreep. Volgens een Engels boekje uit de boordbibliotheek kan het de “Wilson’s petrel” zijn. Heeft dat beest ook een Nederlandse naam? Wie googelt even?
Zoals jullie weten slapen we het grootste deel van de nacht. Maar vannacht werd ik uit de slaap gehouden door fluorescerende torpedos. Ik snap het als je nu afhaakt, maar wacht, ik heb een verklaring. De zee licht op door plankton (de Zeevonk) dat licht heeft als het wordt opgeschrikt door beweging, bijvoorbeeld door het roer onder de boot. Je ziet ’s nachts dan in het kielzog een lichtgevend spoor alsof er een lamp onder de boot gemonteerd is. En wat blijkt nu, dolfijnen geven hetzelfde effect. Dolfijnen zijn prachtig gestroomlijnd; het effect is daardoor minder sterk, maar als je ogen goed gewend zijn aan het donker is het mooi te zien. Prachtig! Jammer dat ze zich overdag helemaal niet willen vertonen.
Er is dus vanalles te zien en toch vinden we het een beetje saai worden. Dat komt niet omdat we al 9 dagen onderweg zijn, maar omdat we niet lekker zeilen. Vandaag gaan we uitkomen op een dagafstand van zo’n 70 mijl. Als bedenkt dat we daarvan zo’n 25 mijl aan de stroom-mee te danken hebben en dus effectief in 24 uur maar 45 mijl gezeild hebben, snap je dat we wat gefrustreerd raken. De Arcadia haalt met goede wind wel 150 mijl per etmaal. Waar blijft de passaat toch? In de vooruitzichten voor de komende dagen zie ik hem niet.
Vreemd allemaal, dit alles.

Ha Marti. Ik denk dat het verschijnsel ontstaat door vulkanische activiteiten diep onder je. Je passeert grote breuklijnen waaruit gas ontsnapt. Dat geeft misschien na 5 kilometer naar boven borrelen wel zo’n effect.
Goede vaart nog. Alan.
Kom ook niet verder dan Heleen. Nederlandse naam volgens een Engelse encyclopedie: Wilson’s stormvogeltje. Donkerbruin, witte stuit, gele zwemvliezen.
Oceanites oceanicus is de Latijnse naam…. Wilson’s stormvogeltje is dat Nederlands genoeg?
Xx