Out of Africa
Met enige weemoed constateer ik dat we de sfeer van Afrika achter ons hebben gelaten. Ik had het kunnen weten, de Kaapverdische eilanden waren onbewoond toen ze rond 1460 werden ontdekt door de Portugezen. Maar toch had ik verwacht hier een voortzetting van de sfeer uit Senegal en Gambia aan te treffen. Niets is minder waar. Als je hier gedropt zou worden zonder kennis van de geografische ligging, dan kom je niet op het idee in Afrika te zijn. Oké, de mensen zijn arm en bruin, maar ze zijn niet zwart, velen hebben Europese trekken, zij het met kroeshaar, de vrouwen dragen shorts in plaats van kleurige lange jurken, ze dragen geen lappen om hun haar, ze gaan naar de kerk in plaats van de moskee, ze wonen in een appartement in plaats van een compound, de straten zijn goeddeels leeg en verhard, er rijden geen oude brikken maar fourwheel drives, alles maakt een ordelijke en georganiseerde indruk; beetje zuid-Europees.
Dat zijn uiterlijkheden, maar ook de volksaard is anders. De mensen zijn afstandelijk maar bij toenadering welwillend; eigenlijk net zoals we in Portugal ervaren hebben. Met Portugees kun je hier ook prima terecht. Jammer alleen dat ik er geen woord van versta. Engels of Frans wordt door een kleine minderheid gesproken.
Zwarte mensen heb je hier ook wel, maar dat zijn Senegalezen die de werkeloosheid in eigen land ontvluchten en proberen hier hun snuisterijen te verkopen. Het leven is hier echter schrikbarend duur voor hen, in vergelijking met hun eigen land. De prijzen liggen op het niveau van de Canarische eilanden en voor veel zaken daarboven. Dat zie je meteen terug in de prijzen van hun eigen spulletjes.
Ik mis Afrika en ik ervaar ik des te meer hoe goed de sfeer van Afrika me bevallen is. Ik ben heel blij Senegal en Gambia meegemaakt te hebben. Het is of ik een knop moet omzetten om te ontdekken wat hier dan te beleven en te genieten valt. Nou, de vliegtuigtoeristen weten het wel. Sinds Egypte en Tunesië als onveilig worden ervaren komen ze hier in steeds grotere aantallen de stranden bezoeken. En daar hebben ze gelijk in. De stranden zijn van een grote schoonheid en het heldere water is met 26 graden van een heerlijke temperatuur. Het binnenland schijnt Sahara-achtige duingebieden te hebben, hopelijk zonder kamelen voor de toeristen, en er zijn stranden waar zeeschildpadden eieren komen leggen, maar het schijnt dat we daar een maand te laat voor te zijn. We gaan het beleven.
De overtocht, die al goed was begonnen, is ook voor de rest voorspoedig verlopen. Er was soms wat weinig wind, maar toch meer dan voorspeld, waardoor we de 400 mijl in precies drie etmalen hebben kunnen voltooien met slechts één uur motoren. Zaterdag, om 11 uur ’s ochtend hebben we het anker laten vallen voor Sal Rei op het eiland Boa Vista – het grootste eiland van de Kaapverdische archipel, met toch maar 18000 inwoners. Onderweg is er weinig gebeurd wat het vertellen waard is. Of toch: het heeft geregend!! Dat had ik sinds half juli niet meer meegemaakt!! Verder hebben vliegende vissen hun kunsten vertoond, met een vlucht van vaak wel 50 meter over het water. Pijlinktvisjes zagen we helaas pas als ze verdroogd aan dek lagen; die moeten dus ook flinke sprongen kunnen maken. Eén lag er zelfs bovenop de buiskap.
Vesselfinder.com denkt dat we nog steeds in Gambia liggen, maar Marinetraffic.com heeft ons netjes gevolgd. Dus als je precies wilt weten waar we liggen kijk dan daar.
P.S. Hoe vind je de foto van de ankerplaats? Mooi hè? Dat is omdat de kade met containers net buiten beeld valt en je de boten niet zo goed kunt onderscheiden. Let even op de rolfok van de witte zeilboot. Van de tweemaster geef ik even een detail. Op mijn reis kom ik talloze boten tegen waar de eigenaar in geen jaren naar heeft omgekeken – misschien is hij wel dood. Niet elke droomreis wordt tot een goed einde gebracht. Fingers crossed.
P.P.S. Als je desalniettemin jaloers bent op onze ankerplaats, dan snap ik dat.